schildersschilderstromingen
handschriftenbewegingenkunst per land

 

SPANJE
Op de grens van drie culturen (10 lessen)

Visi-Goten
Al-Andalus
Mozaraben en Mudejaren
Vroeg-Spaanse illuminaties
Asturië, in het spoor van de reconquista
Asturië, regionale kunst met koninklijke allure
Frans-Catalonië, de geboorte van een natie
Frans-Catalonië, beeldhouwwerk in prestigieus marmer
Spaans-Catalonië, schoonheid in eenzaamheid
Spaans-Catalonië, vergeten muurschilderingen  

De Spaanse middeleeuwse kunst is een diamant met vele facetten. Spanje was niet alleen een kruitvat waar culturen botsten, maar tevens een smeltkroes van kunst. Visi-Goten, Moren, mozaraben, Asturiërs en mudejaren hebben ieder afzonderlijk en op eigen wijze een bijdrage geleverd. In het middeleeuwse Spanje kwam de monumentale beeldhouwkunst op gang. Catalonië groeide uit tot een hoogstaand romaans centrum van frescokunst. De Spaanse kunst is te vinden in oude steden, bijna onvindbare gehuchtjes en ingetogen kloosters, waar de middeleeuwse sfeer nog steeds niet geheel verdwenen is. We verkiezen de rust van de meseta boven de drukte van de costa. Tien lessen kunstbeleving van de bovenste plank, ondersteund door beeld en geluid voor cursisten die ooggetuigen willen zijn.
 

Visi-Goten
Het volk van de Goten raakte waarschijnlijk al voor onze jaartelling op drift. Afkomstig uit stamland Gotland in Zweden trokken de Goten naar het Zuiden. Na verloop van tijd deelden de Goten zich op in Ostro-Goten en Visi-Goten. De laatsten zouden na het stichten van het Tolosaanse Rijk in Zuid-Frankrijk, waar ze door de Franken werden verslagen, uiteindelijk omstreeks 526 in Spanje belanden. De krijgers waren weliswaar bondgenoten van Rome, maar de Hispano-Romeinse bevolking bejegende hen als tegenstanders. Het zou dan ook tot 589 (de bekering van de Visi-Goten tot het RK-geloof) duren vooraleer de bevolking zich enigszins gewonnen gaf. Na het toetreden tot het ware geloof ontwikkelden de Visi-Goten kerkelijke bouwactiviteiten. [Terug naar boven]  

Al-Andalus
In 711 kwamen Moorse verkenners bij Gibraltar aan land om Spanje niet meer te verlaten. Het Visi-Gotische Rijk kwam smadelijk tot een eind. De nieuwe machthebbers vestigden een staat onder islamitisch bewind waar het christenen en joden onder voorwaarden werd toegestaan de eigen religie te praktiseren. Spanje maakte kennis met een nieuwe kunst waarin geen plaats was voor sculpturale uitbeelding. In Cordoba verrees een moskee die tot de fraaiste ooit wordt gerekend. Mozaïsten uit Constantinopel kregen opdracht een islamitisch gebouw te decoreren. Het mozaïek in de gebedsnis en de voor de kalief gereserveerde ruimte flonkeren in een zacht paradijselijk licht. In de nadagen van het Rijk kwamen de kunstenaars in paleisstad Alhambra in Granada voor het laatst tot een creatie die recht doet aan voormalige woestijnbewoners. Het water in de leeuwenhof murmelt als een geruststellend stroompje dat nimmer eindigt. Een eigenschap die evenzeer slaat op de islamitische kunst. De kunst is onbegrensd, kent geen begin en geen eind, zoals de onmetelijke grootheid van Allah. [Terug naar boven]

Mozaraben en mudejaren
Christenen namen deel aan het dagelijkse bestaan in Al-Andalus zoals nadien, toen de Moren verdreven waren, Moorse vaklieden deelnamen aan de christelijke samenleving. De twee worden aangeduid als mozaraben en mudejaren. De mozaraben beleden hun eigen christelijke geloof maar raakten mettertijd beïnvloed door de Moorse leefgewoonten. De mudejaren bewezen de christelijke machthebbers diensten als bekwame vaklieden. In diverse Spaanse steden (onder meer Toledo) is hun kunst nog steeds aanwezig. In de omgeving van Teruel is zelfs veel mudejarkunst bewaard gebleven omdat de Aragonese vorsten hen beschermden. De vele met keramiek afgewerkte torens zijn specifieke producten van mudejarkunst. [Terug naar boven]   

Vroeg-Spaanse illuminaties
De christelijke kloosters en de scriptoria waarin de monniken manuscripten afschreven en verluchtten, konden zich evenmin onttrekken aan de schoonheid van de Moorse vormentaal. De mozarabische illuminatiekunst schitterde over een periode van 200 jaar (850-1050). Onder de vele geschriften die werden geproduceerd nemen de Beatus-handschriften een belangrijke plaats in. De monnik Beatus vergeleek de Moorse machthebbers met de antichrist en hij bereidde zichzelf, op basis van het bijbelboek Openbaring, voor op het naderende einde van de wereld. Hij deed zijn best om zijn medebroeders behulpzaam te zijn bij het begrijpen van de zo duistere tekst. Commentaren van zijn hand, verlucht met verklarende illuminaties, werden onder de monniken in de diverse kloosters verspreid. De kunstgeschiedenis heeft er lang over gedaan om de soms naïef aandoende verluchtingen op de juiste waarde te schatten. Langzamerhand is het besef doorgebroken dat deze kloosterkunst de eerste autochtone Spaanse kunst vertegenwoordigt. Monniken die op de drempel van een nieuwe wereld, de rampen trachten te verduidelijken die daaraan vooraf gaan. Een bijna onmogelijke opgave. [Terug naar boven] 

Asturië in het spoor van de reconquista
Het Noord-Spaanse Asturië zag kans zich met succes tegen de Moorse bezetters te verdedigen. In Spanje leeft nog altijd het besef dat vanuit Asturië de reconquista (bevrijding) kwam. Op zichzelf juist, heeft legendevorming op basis van vervalste geschiedschrijving, de waarheid geweld aangedaan. Niet een Asturische vorst is verantwoordelijk voor de overwinning op het Moorse leger, maar een plaatselijke bendeleider ondernam een aanval op een Moorse verkenningseenheid. Een beproefde praktijk van achter de bergen te voorschijn schieten, pakken wat van je gading is, en vlug weer vlug achter de beschermende bergen terug. Hoe het ook zei, na deze schermutselingen kwam een vorstenhuis bovendrijven dat het voortouw nam bij de reconquista. De kerkjes die in het groene Asturische bergland zijn gebouwd ademen stuk voor stuk de sfeer van intieme kleinschaligheid. [Terug naar boven]   

Asturië, regionale kunst met koninklijke allure
Toen het Asturische koninkrijk eenmaal gevestigd was gaven de vorsten bouwopdrachten. In hoofdstad Oviedo verrees een paleis en een paleiskapel. We mogen niet uit het oog verliezen dat er destijds, in het midden van de 9e eeuw, nog lang geen sprake was van romaanse kunst. Het preromaans waarover we hier spreken is zeldzaam in Europa. Kerken met namen als Santa Cristina de Lena, San Miguel de Lillo en San Salvador de Valdediós schrijven niet alleen schoon, maar liggen bovendien fraai in het landschap. Het Asturische koningshuis was zich bewust van de uitzonderlijke positie die het in Spanje bekleedde. In Al-Andalus was het christendom weliswaar toegestaan maar na verloop van generaties was de zuiverheid aangetast. Asturië was de enige echte christelijke pleitbezorger in Spanje. Het op gang komen van de bedevaart naar Spanje moet in deze context worden verstaan. De Asturische vorsten speelden een rol bij de totstandkoming. Aan het eind van deze diaporama is er aandacht voor de koninklijke edelsmeedkunst in Asturië. [Terug naar boven]  

Frans-Catalonië, de geboorte van een natie
In Perpignan, de Franse plaats op de grens met Spanje, wordt het de bezoeker snel duidelijk waar de sympathie van de bevolking ligt. De regionale vlag spreekt boekdelen. De rood/gele strepen van het dundoek verwijzen naar Catalonië. Aan het begin van de 12e eeuw kwam het huis van Barcelona aan de andere zijde van de Pyreneeën door overerving in het bezit van de steden Carcassonne en Béziers. Ook de Provence kwam onder Catalaanse zeggenschap  weldra gevolgd door Roussillon. In de kunst spreekt men van de Catalaans/Occitaanse cultuur die samenhangt met de geografische ligging van het gebied. In feite een langgerekte kust aan de Middellandse Zee die fungeerde als natuurlijke schakel tussen het Iberische Schiereiland en Noord-Europa. Het huis van Cerdagne bracht een uitzonderlijke figuur voort: Oliva. Deze gravenzoon maakte zich in 1002 los van zijn profane verplichtingen om in Ripoll als monnik te gaan leven. In 1008, in Ripoll zowel als Cuxa tot abt gekozen, beklom deze uitzonderlijke aristocraat in 1017 de bisschopszetel van Vic. Bisschop/abt Oliva was een groot geleerde. Hij maakte deel uit van het selecte groepje dat de Griekse filosofie ontdekte. Oliva was de grote motor achter de kloosterhervorming en de “premier art roman”. [Terug naar boven]  

Frans-Catalonië, beeldhouwwerk in prestigieus marmer
In Frans-Catalonië, om precies te zijn, in Saint-Genis-des-Fontaines, kwam de beeldhouwkunst aan de kerkgevels op gang die nadien in Moissac en Vézelay haar hoogtepunt zou beleven. Men vermoedt dat "marbriers" de beeldhouwers die altaarbladen behakten uit het in de streek aanwezige marmer, op het idee kwamen om de altaarbladen boven de ingang van een kerk te plaatsen. De Roussillonse beeldhouwkunst valt ook in San-Pedro-de-Roda, het klooster net even over de Spaanse grens, te genieten. Een bedevaart naar het aan Petrus opgedragen klooster van Roda was voor de Catalanen, wat Rome is voor de rest van de christelijke wereld, een ontmoeting met Christus’ voornaamste apostel. Mede door een toestroom van mozarabische monniken uit Al-Andalus kwam de kerkenbouw in een stroomversnelling. De priorij in Serrabonne met de uit marmer gehakte tribune is tegenwoordig het hoogtepunt van de Catalaanse beeldhouwkunst. [Terug naar boven]

Spaans-Catalonië, schoonheid in eenzaamheid
Bisschop/abt Oliva was ook in Spaans-Catalonië de stimulator achter de kerkelijke kunst. De kerk van Ripoll werd door hem ingewijd. Het gebouw heeft een interessante vijfdelige absis, ofwel een middenschip met vier zijbeuken. De gevel van Ripoll werd eeuwen nadien, in de periode van het romaans, opnieuw ingericht. Het ensemble is uniek en strekt zich over de complete gevel uit (12m breed en 7,5m hoog). Wat de kerkbouw betreft hebben de ambachtslieden uit het Italiaanse Lombardije een voorname rol gespeeld. De kathedraal te Seu d’Urgell gaat vergezeld door de Sant-Miquel, de parochiekerk die als enige is overgebleven van de vroegchristelijke bisschoppelijke kerkgroep de zogenoemde domus ecclesiæ. De sereniteit die de bezoeker in het interieur ondergaat is een streling voor de ziel. De kathedraal is in de 12e eeuw gebouwd door Italiaanse vaklieden die de Lombardische collega’s van voorheen aflosten. Van rustiek metselwerk is geen sprake meer. De kerk is opgebouwd uit vierkante blokken graniet. In het interieur verbergt de kathedraal een verrassing. De aan de buitenzijde onzichtbare absidiolen zijn er wel degelijk. Het was in de Pyreneeënstreek niet ongebruikelijk dat adellijke families zelf kerken bouwden. Het kleinood Sant Benet (Benedictus) de Bages is er een voorbeeld van. Landschap en architectuur gaan hier samen in weldadige harmonie. [Terug naar boven] 

Spaans-Catalonië, vergeten muurschilderingen
Het Catalaanse berglandschap verbergt veel kleinschalige kerkjes. Ieder stadje bezit een kerk en soms twee. De Sant Climent en de Santa Maria in Tahull zijn voorbeelden van het laatste. De bergkerkjes staan bekend om de fresco’s. Thans is het merendeel ondergebracht in een museum op de Montjuïc in Barcelona. Onze oplossing is de enig juiste. We bezoeken de kerkjes (met replica’s) om sfeer te proeven en gaan in het museum op zoek naar de overgebrachte fresco’s. De schaarse bewoners van Pedret zijn inmiddels al lang vertrokken. Het eenzame gebouwtje is stevig in de harde grond verankerd alsof de mozarabische herbouwers aan het begin van de 10e eeuw al meteen beseften dat het gebouwtje ooit op zichzelf zou zijn aangewezen. Mozaraben hebben er de twee zijschepen met de bekende halfronde absidiolen aan toegevoegd. Ook hier muurschilderingen. Bij het verwijderen van de fresco’s kwam een fragment aan de oppervlakte van een vermoedelijk Visi-Gotische schildering. Naast de fresco’s onderscheidt Catalonië zich door de beschilderde “antependia” (panelen aan de voorzijde van het altaar). De veelal armlastige gemeenschappen beschikten niet over de financiële middelen om de antependia in edelmetaal te laten uitvoeren. Men greep terug op schildering. De diverse antependia zijn een nadere studie waard. De cursus over de Spaanse Middeleeuwen wordt besloten met het fenomeen van de driehoekige kerk.
[Terug naar boven]

ITALIË
Geen toekomst zonder verleden (6 lessen)

Ontluikende beeldtaal
In de naam van Petrus
De schroom overwonnen
Onbeweeglijk en onbewogen
De Heilige wijsheid
In ascese ontstoken

Rond het befaamde mozaïek te Ravenna ontrolt zich het verhaal van de totstandkoming van de christelijke kunst. Woenstijnvaders en pilaarheiligen; mozaïek en ivoor; pausen en keizers; manuscripten en illuminaties; basilieken en doopkapellen; plaatsgebonden monniken en rondtrekkende “heilige mannen”; martelaren en catacomben; iconenvereerders en iconenvernietigers; ascese en boetedoening; Rome en Byzantium.
Stuk voor stuk elementen uit de eerste zeven eeuwen van ons bestaan. Wat zegt de kolossale Aya Sophia in Constantinopel ons over de maatschappij waarin deze werd gebouwd? Welke verhalen vertellen de adembenemende mozaïeken in Ravenna ons? Waarom baseerde de paus zijn gezag op een apostel die niets van “heiden-c
hristenen” wilde weten?   

Ontluikende beeldtaal
De cursus begint met een beschrijving van Christus’ leven en de eerste voorzichtige stappen van een ontluikende christelijke gemeente in een joodse samenleving. Slaven, handwerkslieden en vrouwen voelden zich door het nieuwe geloof aangetrokken. Het joodse handelsnet bevorderde de verspreiding. Het christendom plukte de zoete evenals de wrange vruchten van het Romeinse Rijk. Met het legaliseren van het christendom in 313 onder keizer Constantijn kwam er een eind aan de christenvervolgingen en kwam de religie in een stroomversnelling. De snelle opmars van het christendom staat in schril contrast tot de kunst. De eerste twee eeuwen verliepen praktisch kunstloos. In een vestingstadje aan de Eufraat in Oost-Syrië is bij toeval een huiskerk uit circa 256 bewaard gebleven met christelijke muurschilderingen. De catacomben in Rome dateren uit de derde eeuw en werden buiten de stadsmuren langs de hoofdwegen aangelegd. Rond de martelarengraven ontstond een cultus. Muurschilderingen in de ruimere familiegrafkamers zijn de eerste voorbeelden van christelijke kunst. De toon van de fresco’s is optimistisch en doordrongen van een blijde heilsverwachting. De algemene beeldtaal verspreidde zich in een rap tempo over de christelijke wereld. Het valt niet uit te sluiten dat zegelringen en pelgrimsflesjes mede aan de basis stonden van een christelijke iconografie. [Terug naar boven]  

In de naam van Petrus
Is Petrus de eerste bisschop van Rome, vragen we ons af? Het ziet er naar uit dat de voorrangspositie van Rome is geaccepteerd op basis van de rol die de vroegchristenen in Rome speelden  Men ondersteunde gemeentes in nood waar men kon en dwong respect af. Niet alleen op het humanitaire vlak maar ook leerstellig. Als de vervolgingen onder keizer Constantijn tot een eind komen legt de illegale kunst van de catacomben haar poverheid af en ziet het zich verheven tot hofkunst. Constantijn ontpopte zich als een gedreven bouwheer. Circa 320 begon hij aan de bouw van de Sint-Pieter in Rome. Geen tempel zoals te verwachten, maar een godshuis op basis van een Romeins overheidsgebouw: de basiliek. Medekeizerin Helena (Constantijns moeder) vond in Jeruzalem Christus’ kruis. Constantijn liet er in 325 een reusachtig heiligdom bouwen. In Rome bouwde Constantijn een mausoleum voor zijn dochter, de Santa Constanza. Het mozaiëk (het oudste christelijke) doet nog aan vloermozaïek denken. Vanaf de vierde eeuw zou de gewoonte in zwang raken van de doopkapel (baptisterium). Een rond of achthoekig (symbool van nieuw leven) vrijstaand gebouwtje in de onmiddellijke omgeving van een kathedraal. De kerkgebouwen bleken uitermate geschikt voor het verbeelden van de boodschap. De wanden van het schip werden gedecoreerd met bijbelse vertellingen. Iedere kerk vertelt een eigen verhaal. [Terug naar boven]    

De schroom overwonnen
Hoewel de beeldtaal al in een vrij vroeg stadium vast stond veranderde Christus. Aanvankelijk verschijnt hij als een knappe jongeman. Gladgeschoren en innemend van uiterlijk, geheel in overeenstemming met de antieke Apollo. Na 400 maakt het jeugdige gezicht geleidelijk aan plaats voor een meer volwassen. In de 4e eeuw was het nog onbestaanbaar dat Christus aan het kruis werd afgebeeld. Het kruis kwam wel op sarcofagen voor in samenhang met het Christussymbool en een lauwerkrans. In de 5e eeuw was de schroom overwonnen en werd Christus, in hout gesneden, tussen de moordenaars op Golgotha uitgebeeld. Rome wierp zich op als zetel van de paus maar steden als Milaan en Napels lieten zich niet onbetuigd. De catacomben van San-Gennaro in Napels getuigen ook van de vroegchristelijke illegaliteit. In 402 verhuisde keizer Honorius zijn hof van Milaan naar Ravenna. In 425 bouwde Honorius’ zuster Galla Placidia een mausoleum dat de tijd ongeschonden zou overleven. Het interieur is compleet met mozaiëk overdekt. Verbazing en bewondering voor zoveel schoons. Het baptisterium van bisschop Neon en het aartsbisschoppelijk paleis in Ravenna zijn eveneens met mozaiëk gedecoreerd. In het aartsbisschoppelijke museum een uit ivoor gesneden 6e eeuwse bisschopszetel. Het vormt een schakel tussen verleden en toekomst. De uitgesneden taferelen vertonen de naturalistische klassieke stijl terwijl de uitgebeelde onderwerpen de nieuwe christelijke wereld aankondigen. [Terug naar boven]    

Onbeweeglijk en onbewogen
Na Galla Placidia’s overlijden in 450 viel haar zoon onder moordenaarshanden. Het eens zo trotse Romeinse Rijk was in theorie nog meester van Spanje en Gallië maar in de praktijk was de zeggenschap van de keizer geslonken tot de grenzen van Italië. Het Romeinse krijgsvolk bestond grotendeels uit Germaanse barbaren en de aanvoerders deden dienst als generaal. In 476 liet een van hen zich door zijn troepen uitroepen tot koning. Het West-Romeinse Rijk hield op te bestaan. In 493 kwam de Ostro-Goot Theodorik die het onrustige Italië weer in betrekkelijk kalm water navigeerde en opbouw stimuleerde. De San-Apollinare-Nuovo is een voorbeeld. Het oorspronkelijke ariaanse mozaiëk is na Theodorik aangepast aan de Roomse opvattingen. Men gaat er van uit dat Theodorik tevens een kathedraal liet bouwen. Het ariaanse baptisterium bestaat nog steeds. Keizer Justinianus maakte in 540 een eind aan het Ostro-Gotische bewind en zeven jaar later volgde de bouw van de San-Vitale. Met de San-Vitale deed de Byzantijnse kunst haar intrede. Wat het mozaiëk betreft spreken we over een natuur-vliedende kunst. Dit in tegenstelling tot de natuur-zoekende Romeinse kunst. De Byzantijnse kunst beoogt het innerlijke vuur van bewogen christenen uit te beelden. Volumeloze figuren met brandende ogen. Justinianus en gemalin Theodora zijn in het koor afgebeeld. Onbeweeglijk en onbewogen met een gefixeerde blik. [Terug naar boven]  

De Heilige Wijsheid
Aan het op Romeinse leest geschoeide Ostro-Gotische hof te Ravenna waren Romeinse intellectuelen welkom. Paus Leo I in Rome (440-461) introduceerde het begrip plenitudo potestatis, volheid van macht. In wereldlijk opzicht was de macht fictief want ariaanse vorsten beheersten de staat. Geestelijk gezien was de macht ook kwestieus want de ariaanse bisschoppen hadden geen boodschap aan de paus. Dat het pausdom steun zocht in Constantinopel lag voor de hand. In Byzantium ging men over tot het vervolgen van de arianen. In het vijfde jaar van Justinianus’ regering brak er weer eens opstand uit in Constantinopel. De gewelddadigheden namen een extreme vorm aan toen het gepeupel zich tegen de keizer keerde en de Haya Sophia in brand stak. Theodora zette het leger in maar kon niet voorkomen dat de kerk van 13 op 14 januari 532 afbrandde. Op 27 december 537 werd de herbouwde kerk met het offeren van 27700 dieren ingewijd. Achteraf gezien het startsein van de Byzantijnse bouwkunst. Na een uitvoerige beschrijving van de megalo ecclesia, (enorme kerk), keren we terug naar Ravenna om de San Appolinare Nuovo te bezoeken. De bisschoppen van Ravenna waren zich bewust van hun status. De zelfingenomenheid lezen we af aan het mozaiëk in de koorkoepel. Christus is slechts symbolisch tegenwoordig in de vorm van een kruis (zijn portret in het kruishart heeft de afmeting van een pasfoto). [Terug naar boven]  

In ascese ontstoken
De slotles gaat in op het christelijke monnikendom en de kloosterstichters. De eerste monniken manifesteerden zich in de oosterse wereld. In Egypte keerden “woestijnvaders” de ontaarde wereld de rug toe. Pachomius introduceerde het gemeenschapsleven en studie. Cassianus bracht het monnikendom omstreeks 400 naar het Westen. Benedictus leefde in de 5e eeuw in een onrustig Rome dat door de Volksverhuizing haar identiteit had verloren. Van zijn hand is de gematigde Leefregel “ora et llabora” (bid en werk). De Ierse kloosters werden beïnvloed door de woestijnvaders en een drang tot evangelisatie. De broeders van Benedictus zochten de eenzaamheid achter de kloostermuren terwijl de Ieren de wereld introkken. Columba raakte betrokken bij de kerstening van Engeland en Columbanus vertrok naar Frankrijk en Italië. In het midden van de 4e eeuw ontstonden in de Byzantijnse wereld iconen. De vroegste (bewaard gebleven) iconen zijn in waskleuren geschilderd op houten paneeltjes. De voorstellingen beperkten zich over het algemeen tot een portret. De paneeltjes waren eenvoudig te vervoeren en vonden thuis een plaats. De icoon werd niet zelden gelijk gesteld met het evangelie. Beiden verkondigen de waarheid. Iconen en volksdevotie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het iconenbezit liep uit op een hype en de keizer greep in. Het iconoclasme verdeelde de samenleving in twee partijen die onverzoenlijk tegenover elkaar stonden. [Terug naar boven]   

SICILIË
het vergeten koninkrijk (5 lessen)

Voorbereidende schermutselingen
Normandische vestiging
Historische havensteden
Mozaïek van het Zuiden, episode 1
Mozaïek van het Zuiden, episode 2

Middeleeuwse Normandiërs namen geen genoegen met een uitgestoken vinger. Ze gingen voor de hand en liefst voor het lichaam. Een toevallige ontmoeting tussen Normandische pelgrims en een regionale Lombardische edelman aan het begin van de 11e eeuw zou uitlopen op een complete politieke aardverschuiving. In een tijdsbestek van ruim honderd jaar (1017-1130) veroverden de Normandiërs compleet Zuid-Italië en liet een van hen zich kronen tot koning van Sicilië. Zoals gezegd Normandiërs namen geen genoegen met een vinger. De culturele gevolgen waren groot. Kastelen en kerken verrezen. Kathedralen in Apulië en Sicilië tonen tot op de dag van vandaag de typische Normandische kenmerken van assimilatie. Vooral in Sicilië betaalde een politiek van verdraagzaamheid zich uit in een rijk geschakeerde cultuur. Het Normandische mozaïek op Sicilië behoort, samen met dat van Ravenna, tot het schoonste dat deze bijzondere tak van kunst heeft voortgebracht. Enkele plaatsen die in de cursus aan de orde komen: Troia, Trani, Bari, Brindisi, Cefalù, Palermo, Otranto, Canosa di Puglia, Siponto enz.

Voorbereidende schermutselingen
Apulië, ofwel de hak van de Italiaanse laars, kent een rijke geschiedenis en cultuur. Romeinse legioenen behaalden er overwinningen en leden nederlagen. Onverzoenlijke Byzantijnen en Lombarden betwistten elkaar in de Middeleeuwen de macht. De Paus koesterde zowel religieuze als politieke aspiraties. In de 11e eeuw verschenen er Normandiërs op het Apulische toneel. De romaanse kerkbouw in Apulië heeft alles te maken met gulle Normandische schenkers en overlevende bisschoppen. Bedevaartcentrum Monte Sant’ Angelo op het schiereiland van Gargano was in 1016 de plek waar Normandische pelgrims op terugreis uit het Heilige Land kennis maakten met een wraakzuchtige Lombardische edelman. Het jaar erop waren de voormalige pelgrims met de nodige krijgsmakkers terug om het Lombardische leger te versterken tegen de Byzantijnse gouverneur. De slag te Cannae ging verloren maar de Normandiërs roken hun kans. Een voortdurende stroom gelukzoekers uit Normandië vulde de opengevallen plaatsen van de gesneuvelden in. Via de rode draad van de geschiedenis bezoeken we de plaatsen waar de Normandiërs sporen hebben achtergelaten: Monte Sant’ Angelo, Siponto en Troia. We gaan ook op zoek naar de wortels van de familie Hauteville in Normandië. Het waren immers deze vechtersbazen van lage adel die de onderlinge concurrentie van de op macht beluste Normandiërs, in hun voordeel beslechtten, en uiteindelijk het koningshuis van Sicilië zouden vestigen. [Terug naar boven]  

Normandische vestiging
Na 1042 braken de Normandiërs de Byzantijnse heerschappij in Apulië stelselmatig af. Alle steden stonden vroeg of laat voor de keus zich al of niet te onderwerpen. De Hautevilles speelden een voorname rol. Bewonderd omwille van hun strijdinzicht en moed, was het voor de andere Normandische heren geen uitgemaakte zaak dat de familie de algehele macht naar zich toe zou trekken. Het nieuwe Normandische koninkrijk dat successievelijk tot stand kwam was het toneel van opstand en verraad. Als voorname havenstad was het 11e eeuwse Bari verblijfplaats van een veelvoud aan etnische groeperingen. De San Nicola van Bari (gebouwd rond de valselijk verkregen relieken van sint Nicolaas) is de oudste Normandische kerk in Zuid Italië en als dusdanig prototype van de romaans Apulische kerkbouw. De Zuid Italiaanse kunst munt naast de fraai gesculpteerde preekstoelen en bronzen deuren, uit in de vormgeving van een stuk kerkmeubilair waar veel belang aan werd gehecht; namelijk de kathedra, ofwel bisschopzetel. Van de diverse aan zee gelegen Apulische kathedralen spant die van Trani de kroon. Het silhouet van het op de wal getrokken schip met de immense campanile-mast hecht zich aan het netvlies als een voor eeuwig opgeslagen herinnering. [Terug naar boven]   

Historische havensteden
In 1058 kwam de jongste Hauteville naar Italië, Rogier. Drie jaar nadien begonnen Robert Guiscard en Rogier aan de grootste uitdaging die te bedenken viel: de verovering van het Saraceense Sicilië. Na de val van Bari in 1071 waren de Byzantijnen uit Zuid-Italië verdreven en in 1076 gebeurde het onvermijdelijke, de Hautevilles maakten zich meester van het Lombardische prinsdom Salerno. Robert Guiscard verhief Salerno tot hoofdstad van zijn Rijk. De paus van Rome werd opnieuw onrustig van het Normandische wapengekletter en greep naar het middel van de excommunicatie. In 1080 kwam de paus, na de confrontatie met de Duitse keizer Hendrik IV en het vermaarde incident te Canossa, op zijn beslissing terug en overreedde Robert Guiscard het vaandel van de paus te voeren. Robert ging akkoord onder het beding dat de paus de Normandische veroveringen zou zegenen. Aan de lange kustlijn van Apulië volgen historische steden elkaar op. Molfetta is er éen van. Aan de kade waar eertijds grote zeilschepen afmeerden lossen thans vissersboten hun vangst. Brindisi fungeert als verbindingshaven met Griekenland. Een Normandische edelman wordt in een document uit 1097 genoemd als stichter en weldoener van het klooster San Benedetto. Landinwaarts ligt het agrarische Bitonto. Strak van steen en horizontaal- zowel als verticaal in drieën gedeeld, volgt Bitonto prototype Bari. Vooral de timpaansculptuur maakt Bitonto interessant. Zuidwaarts aan de oostelijkste punt van Italië ligt het Land van Otranto. Voor de paus in Rome was Otranto een missiegebied. In 1070 werd Otranto door de Normandiërs veroverd. [Terug naar boven]   

Mozaiek van het Zuiden, episode 1
De Normandische verovering van Sicilië begon in mei 1061. Welgeteld 44 jaar nadat de eerste Normandische huurling voet op Italiaanse bodem had gezet. Rogier de Hauteville stak in het nachtelijk duister op 13 schepen de Straat van Messina over. Zijn verkenningseenheid bestond uit niet meer dan 270 ridders. De stad Messina was al in handen van Rogier voordat broer hertog Robert Guiscard met het hoofdleger uit Zuid-Italië vertrokken was. Het zou de Hautevilles uiteindelijk 30 jaar kosten om het eiland te onderwerpen. Sicilië kwam in 1072 in Normandische handen en Rogier begon aan de bouw van zijn graafschap. Hij was een man met visie en won het vertrouwen van zijn onderdanen. Iedereen was bereid de handen uit de mouwen te steken. Rogier II werd in 1130 tot koning van Sicilië gekroond en bouwde prestigieuze kerken. De schoonheid van zijn paleiskapel is onbeschrijflijk. De eerste confrontatie is er éen van zintuiglijke overweldiging. Een paleis met gouden muren. Als we ons al een voorstelling zouden kunnen maken van de hemel, dan moet het beeld dat ons hier wordt voorgetoverd het dichtst bij onze fantasie aansluiten. Na een uitvoerige beschrijving van de Palatijnenkapel stappen we over naar admiraal Georgios van Antiochië die de Sinte Anna van de Admiraal bekostigde: de Martorana. En opnieuw springt het mozaïek van alle kanten op de bezoeker af. [Terug naar boven]  

Mozaiek van het Zuiden, episode 2
Als Rogier II in 1130 te Palermo tot koning wordt gekroond is de Normandische droom tot op zekere hoogte werkelijkheid geworden. Van 1131 tot 1140 moet hij zich verdedigen tegen opstandige Normandische baronnen, de keizer van Duitsland en de paus. In 1139 raakt paus Innocentius II in Siciliaanse gevangenschap en erkent noodgedwongen Rogiers zeggenschap over het Italiaanse Capua. Tussen 1143 en 1148 verovert Rogier een deel van Tunis en is Sicilië heer en meester in het Middellandse Zeebekken. Vanaf 1140 is de vrede een feit en komen landbouw, handel en industrie tot bloei. Aan het hof van de monarch lopen Arabische, Byzantijnse en Franse schrijvers en dichters in en uit. De koning zelf wordt omschreven als een groot geleerde. Na een storm in 1131 deed Rogier de plechtige gelofte een kerk te bouwen in Cefalù. In de koorkoepel troont Christus in mozaïek. Is dit de fraaiste Christus ooit? In de zomer van 1171 kwam de zojuist meerderjarig geworden Willem II op de Siciliaanse troon. Ook deze ontpopte zich als bouwkoning. Willem vertrouwde de stichting toe aan de grote familie van Cluny. Monreale is de apotheose van de Normandische decoratie. In het grootste uit mozaïek bestaande ensemble in Italië zijn bij benadering 100.000.000 blokjes glas en steen verwerkt. Vijf jaar na Willems overlijden viel het doek. Het Normandische koninkrijk Sicilië kwam na 64 jaar in handen van Hendrik VI van Hohenstaufen bijgenaamd: de beul van Sicilië. [Terug naar boven]  

IERLAND
Betovering van wolken, licht en mysterie
(5 lessen)

Prehistorische hightech
Raadsel van de Kelten
Eiland van Heilige Stichters
Keltische kruisen
Book of Kells

Regenbogen aan donkere luchten en een over het groene landschap kruipende zon. Ierland ten voeten uit. Een eiland aan het einde van Europa met wortels die dieper graven dan die van de Egyptische piramides. Kelten lieten weinig tastbare sporen na maar des te meer mythes. Ierland is het land van rijkdom en armoe. We danken onze huidige beschaving aan volhardende Ierse monniken die onder bittere leefomstandigheden kans zagen, het restje geleerdheid dat kort voor de verwoestende vroegmiddeleeuwse Volksverhuizing uit het Europese vaste land was komen overwaaien, in stand te houden. De zendingsdrang van het Ierse kloosterwezen heeft de boodschap weer over Europa verspreid. De Ierse geïllumineerde handschriften behoren tot het fraaiste die op dit gebied zijn vervaardigd. De voor het gebied kenmerkende high crosses staan op de begraafplaatsen naast voormalige kloosters, maar ook op eenzame plaatsen, verloren in het landschap. Ierland moet je ondergaan. De cursus geeft een voorproefje in vijf lessen.

Prehistorische hightech
De geschiedenis van Ierland is een gevecht tegen de armoede. De oudst  gevonden archeologische fragmenten dateren uit een periode die de piramides in Egypte vooraf gaat, terwijl de Ierse Vrijstaat pas in 1922 is uitgeroepen. Willem III (Dutch William) stond in 1690 tegenover Jacobus II in de slag bij de Boyne. In de directe omgeving van het slagveld een monument uit de prehistorie. Een megalithisch ganggraf uit ca 3200vChr dat de tijd praktisch ongeschonden heeft doorstaan. Newgrange is de grootste van drie ganggraven die gezamenlijk een necropolis vormen. In Poulnabrone staat een portaalgraf, ofwel een dolmen, uit het 4e millenium vChr. In het graf zijn de resten gevonden van 16 personen (8 mannen en 8 vrouwen). Opmerkelijk genoeg zijn in de Bronstijd gouden sierraden vervaardigd die wat vakmanschap en schoonheid betreft een vergelijking kunnen doorstaan met het goud van de Feniciërs. In de Bronstijd diende zich het fenomeen aan van de steencirkel. De Dromberg Stone Circle in ZW-Ierland staat plaatselijk bekend als druïdenaltaar. Eén van de grootste en geheimzinnigste stenen burchten: Staigue Fort, ligt in het aantrekkelijke landschap van de Ring of Kerry. De burcht heeft een doorsnede van ruim 27m en ligt naast een heuveltop op 150m hoogte. De gedachte van bescherming dmv water  is  aanwezig bij de zogenoemde crannogs. Honderden kunstmatig aangelegde eilandjes zijn in de talrijke meren aangetroffen. [Terug naar boven]

Raadsel van de Kelten
De Ierse geschiedenis werd vanaf de 5e eeuw door monniken opgetekend. De duizend voorafgaande jaren zijn uit mondelinge overlevering bekend. Ierland en Kelten zijn begrippen die in éen adem worden genoemd en de Keltische erfenis heeft lang doorgewerkt. Merkwaardig genoeg weten we nog steeds niet op welk tijdstip de Kelten naar Ierland kwamen. Legendarische heilige plaatsen als Tara stammen uit het Stenen Tijdperk. De Kelten waren geen volk maar een verzameling van volkeren. Waren de Kelten Iers? Neen. De Kelten kwamen oorspronkelijk uit Centraal Europa met name uit een gebied tussen Zuid-Duitsland, Noord-Zwitserland en West-Oos­tenrijk. Archeologen spreken vanwege de vindplaatsen over de Hallstatt- en De La Tène-cultuur. De Kelten stelden hun geschiedenis niet op schrift maar gaven de verhalen mondeling door. De Keltische samenleving was van de priesterstand, de druïden, afhankelijk. Deze bemiddelde tussen goden en mensen. Goden voor ieder facet van het leven. Door de juiste verzoeningsriten op de juiste plaats en tijd te brengen stelde men de goden tevreden. Oorlog voeren zat de Kelten in het bloed. Zelfs de Romeinen waren bevreesd voor hun strijdlust. In het lijf aan lijf gevecht waren de Kelten gevreesde tegenstanders. Aanvankelijk vochten de Kelten naakt. Het angstaanjagende geluid van de Keltische oorlogstrompet overstemde het krijgsgewoel. [Terug naar boven]

Eiland van Heilige Stichters
In de loop van de 6e eeuw veranderde het kerkelijke landschap ingrijpend vanwege de progressiviteit waarmee het vestigen van kloosters werd aangepakt. Uit de levensbeschrijvingen van de kloosterstichters maken we op hoe nauwkeurig deze locaties zochten. De door God geïnspireerde Déclán (een bij voorkeur gebezigde uitdrukking) besloot een onderkomen te kiezen op een eilandje met de naam Ardmore. Een slanke hoge ronde toren fungeert als baken. De torens zijn karakteristiek voor de Ierse kloosters maar niet oorspronkelijk. Ze zijn pas vanaf ca 950 tot ca 1200 in veelvoud gebouwd (ca 65 stuks).  De onherbergzaamheid die het Ierse landschap kenmerkt komt pregnant aan het licht op twee aan de Atlantische kust gelegen eilanden: Skellig Michael. Met hamers, beitels en breekijzers, met touwen en primitieve takels, maar in de eerste plaats met de blote handen vochten de monniken zich omhoog tegen de steile bergwand. Het huis van Sint Columba te Kells in county Meath uit het einde van de 9e eeuw is nooit door de heilige zelf bewoond. Zijn broeders waren in Kells neergestreken teneinde te ontsnappen aan de Vikingen. Vermoedelijk is het beroemde Book of Kells voor enige tijd in het huis bewaard. Wellicht staat de naam huis van Columba in de traditie van de Ierse kloosterindeling. De heilige stichters zonderden zich af in een eigen huis. Columba niet uitgezonderd. [Terug naar boven] 

Keltische kruisen
Ierland staat bekend om de Keltische kruisen die in alle soorten en maten over het eiland verspreid voorkomen. Clonmacnoise speelde eerste viool. In de “jaarboeken van de Vier Meesters” uit 957 wordt een “cross of the Scriptures” beschreven. Het plaatsje Ahenny in de county Tipperary schittert in de kronieken door afwezigheid. Op het kerkhofje staan twee kruisen opgesteld. Over de datering lopen de meningen uiteen. De Keltische kruisen zijn versierd met bijbelse voorstellingen. Over de abdij te Monasterboice is bitter weinig bekend. Het klooster van stichter Buithe mac Bronach herbergde, zei het op betamelijke afstand van elkaar, broeders en zusters. Uit de beeldhouwkwaliteit van de kruisen maken we op dat Monasterboice een klooster met aanzien was. Het zuidkruis is voor velen het fraaiste kruis dat nog in Ierland te vinden is. Het hoogkruis van Moone wijkt af. De schacht is bevolkt met curieuze vogels en dieren. De echte verrassing vinden we op het tweedelige basement. Ter hoogte van het bovendeel loopt de trapezevorm schuiner toe. Elke zijde is met drie bijbelse voorstellingen gedecoreerd. Geen detaillering in het harde graniet. Voor ons zeker geen nadeel omdat de vormen beter bewaard gebleven zijn. De expressieve kracht van deze pre-romaanse kunst doet niet onder voor de romaanse. De genialiteit van de beeldhouwer doet eigentijds aan. [Terug naar boven] 

Book of Kells
De Iers Keltische decoratiekunst grijpt terug op veel bronnen o.a.: Stenen-Tijdperk, het oude Egypte, de Grieken, de Kelten, Scandinavische kunst. Columba is volgens sommigen betrokken geweest bij het oudste bewaard gebleven boek uit Ierland: een psalter dat bekend staat als Cathach (vechtersbaas). Ierland groeide uit tot een spiritueel centrum van de eerste orde vanwege de boekproductie. Het Boek van Durrow is éen van de oudste geïllumineerde manuscripten dat de tijd integraal heeft overleefd. Het evangeliarium (24,5x14,5cm) bevat een verzameling evangelies voorafgegaan door een inleiding met canons en aantekeningen. Het symbool van Lucas: de stier, loopt op z’n gemak over de pagina. Illuminatiekunst, edelsmeedkunst en sculptuur vloeien in elkaar over. Aan de hand van voorbeelden uit de edelsmeedkunst brengen we de stilistische relatie met de illuminatiekunst aan de oppervlakte. Het Trinity College in Dublin bewaart naast het Boek van Durrow nog een ander en spraakmakender evangeliarium: het Boek van Kells. Het boek telt 340 folio’s en heeft 678 geïllumineerde bladzijden. De productiedatum ligt rond 800,  waarmee het Boek van Kells pakweg honderd jaar jonger is dan het Boek van Durrow. Een 1200 jaar oud perkamenten boek waarmee is gezeuld. Dat door angstige monnikenhanden is verborgen voor plunderaars. Dat ooit voorwerp was van diefstal en onder zoden is teruggevonden. Wij kunnen slechts vermoeden hoe het eertijds moet hebben geglansd en geschitterd. In de diaporama komt het boek onder een vergrootglas.
[Terug naar boven]  

 NOORD-ENGELAND
Het verre Noorden (5 lessen)

De muur van Hadrianus
De wereld van Beda
Confrontatie in Whitby
Van kathedralen en abdijen
Lindisfarne Gospels

Voor de doorsnee Engelsman houdt Engeland boven Newcastle op te bestaan. Nederlanders komen zelfs niet aan Newcastle toe. De Northumbriërs beseffen dit terdege en noemen hun county niet zonder zelfspot het geheime koninkrijk. Wat geschiedenis en cultuur betreft kan Northumbrië de krachtmeting met welke streek dan ook aan. Romeinen bouwden van Oost naar West (van zee naar zee) een muur om zich achter te beschermen. Opgravingen hebben vondsten blootgelegd die een compleet nieuw beeld geven van de Romeinse samenleving. De eerbiedwaardige Beda schreef in zijn klooster te Jarrow aan de oudste Engelse geschiedenis. De periode waarin hij leefde was turbulent. Northumbrische koningen gingen voor het complete eiland en de Keltisch/Ierse missionarissen stonden tegenover de predikers die door de paus waren uitgezonden. In het klooster te Lindisfarne op Holy Island werkten boekverluchters aan éen der fraaiste scheppingen uit de periode voorafgaand aan het eerste millennium. Wat architectuur betreft kan iedere liefhebber zijn hart ophalen aan de talloze klooster- en kerkruïnes (Angel-Saksisch, romaans en Anglo-Normandisch) die onveranderlijk in keurig onderhouden gazons pronken alsof ze de onttakeling door de eigenzinnige Hendrik VIII willen uitwissen.

De muur van Hadrianus
Keizer Hadrianus (117-138) was meer in zijn Rijk dan in zijn hoofdstad te vinden en heeft meer dan zijn voorgangers beseft dat de politiek van voortdurende expansie onhoudbaar was. De enig overgebleven Romeinse tekst verklaart het hoe en waarom van de muur: Hadrianus was de eerste die een muur bouwde, 80 mijlen lang, om de Romeinen te scheiden van de barbaren. Een eventuele alliantie tussen Kelten in het Zuiden en Schotse opstandelingen in het Noorden werd bij voorbaat in de kiem gesmoord. De muur is 117 kilometer lang en loopt van Oost naar West. De laatste 50 kilometer is de muur niet uit steen opgetrokken maar uit turf. De stenen muur is drie meter dik en de turfmuur zes meter. Het begin van de muur (althans het punt vanaf waar de bouw begon) wordt vreemd genoeg Wallsend genoemd. Het complex grenst aan de havenwerken van Newcastle. In een ter plekke gereconstrueerd badhuis proef je iets van de Romeinse beschaving die de inheemse Keltische bevolking zal hebben verbaasd. Badhuizen werden doorgaans buiten het fort gebouwd om brandgevaar te voorkomen. Het daadwerkelijke eind van de muur ligt in South Shields aan de andere oever van de Tyne. Het op een verhoging in het terrein gebouwde fort bood destijds strategisch uitzicht over de riviermonding. [Terug naar boven]

De wereld van Beda
De Eerbiedwaardige Beda was geschiedschrijver en monnik. Beda woonde en werkte in een klooster te Jarrow. Op zevenjarige leeftijd kwam hij onder de hoede van Benedict Biscop, de stichter van Monkwearmouth. Monkwearmouth werd al na tien jaar gevolgd door het zusterhuis te Jarrow dat zou uitgroeien tot een vermaard studiecentrum. De oorspronkelijke kloostergebouwen waren in parallelle rijen gegroepeerd. Tot op de dag van vandaag is de Paulus-kerk in gebruik. Oorspronkelijk ging het koor als een zelfstandig gebouw de basilica vooraf. In de triomfboog een wijdingssteen. De plechtige opening van de kerk van sint Paulus op 23 april in het 15e jaar van koning Ecgfrith en het vierde jaar van abt Ceolfrith, onder Gods leiding stichter van deze kerk. Een gebrandschilderd raam uit 681 heeft de tijd overleefd. Het is het oudste voorbeeld van gebrandschilderd glas in Europa. De 7e eeuwse kloostergebouwen zijn verdwenen en het in de 11e eeuw opnieuw gebouwde complex is tot ruïne vervallen. Noordelijk van Jarrow, praktisch op de grens met Schotland, ligt het in 635 gestichtte Holy Island ofwel Iindisfarne. Het ooit door Keltisch/Ierse monniken bevolkte eilandje speelde een sleutelrol bij de kerstening van Engeland. Vanuit Lindisfarne vertrokken de monniken op hun zendingsmissie. De heilige Cuthbert zou uit het dochterhuis Melrose in Schotland naar Holy Island reizen en veel wonderen verrichten. Zijn veneratie bestaat tot op de dag van vandaag. [Terug naar boven]

Confrontatie in Whitby
De bekering van Engeland is een verhaal apart. Paus Gregorius (540-604) zond een veertigtal Italiaanse Benedictijnen onder leiding van Augustinus in 597, op bekeringsmissie naar Zuid-Engeland. Na een moeilijk begin boekte Augustinus succes met de bekering van koning Æthelberht van Kent. Northumbrië maakte in 625 officieel kennis met het christendom toen de Northumbrische vorst Edwin huwde met een dochter van Æthelberht. Zij reisde, vergezeld van haar geestelijke leidsman Paulinus, naar het Noorden. Twee jaar later zou Paulinus tijdens de Pasen drieduizend mensen bekeren in Lady’s Well. In 633 viel Engeland na een nederlaag van Edwin tegen een rivaliserende heidense vorst, met uitzondering van Kent, weer terug in heidendom. Opvolger Oswald verzocht Keltisch/Ierse monniken uit het Schotse Iona naar Noord-Engeland te komen. Hij schonk hen het eiland Lindisfarne. Aidan was de eerste abt en begaf zich onder de mensen om deze te bekeren. Vanuit Northumbrië drongen de Keltisch/Ierse monniken tot ver in Angelsaksisch Engeland door. Dankzij de bezieling van de Ieren kwam de kerstening van Engeland weer op gang. Het kon niet uitblijven dat de Keltisch/Ierse en de Rooms Katholieke Kerk, vanwege het verschil in opvattingen, met elkaar in botsing kwamen. In 664 werd het pleit beslecht in een klooster te Whitby. De diaporama wordt afgesloten met een bezoek aan de kathedraal in Durham. [Terug naar boven]    

Van kathedralen en abdijen
Paulinus, de geestelijke begeleider van Æthelburga werd bisschop van York en hij doopte Edwin in 627 in een speciaal voor de gelegenheid gebouwd kerkje. York loste Lindisfarne af als bisschoppelijke zetel van Northumbrië. In 1220 speelde de rivaliteit met Canterbury op. De twee aartsbisschoppen betwistten elkaar het Engelse primaatschap en Walter Grey, de aartsbisschop van York, besloot zijn kathedraal om louter prestigieuze redenen, te vergroten. Wat uiterlijk betreft is York de meest on-Engelse kathedraal van allemaal. In het even ten Westen van Newcastle, praktisch aan de muur van Hadrianus gelegen Hexam, is de 7e eeuwse vredesstoel bewaard gebleven waarin het privilege van kerkasiel is gesymboliseerd. De oorspronkelijk Benedictijnse kloosterkerk is in 674 gesticht. Na de Normandische invasie in 1066 kreeg het monastieke leven een nieuwe impuls. Engeland werd door talrijke grote en kleine Franse kloosterordes overspoeld. Vooral de cisterciënzers deden zich gelden. Van de cisterciënzer abdijen te Rievaulx en Fountains zijn nog ruïnes te bezoeken. In 1535 veranderden veel abdijen in steengroeves. Kunstschatten als sculptuur, gebrandschilderd glas, reliekhouders en koorgestoelte gingen verloren. Hendrik VIII nam wraak. Hij voelde zich geringeloord door de paus die weigerde in te stemmen met zijn zoveelste huwelijk en begon een eigen Kerk. Het wereldlijke erfgoed van de RKK ging voor een groot deel verloren. [Terug naar boven]  

Lindisfarne Gospels
Een recente studie heeft uitgewezen dat de Lindisfarne Gospels in de periode 710-725 is vervaardigd. Northumbrië, en dat kan niet genoeg worden benadrukt, was destijds een eenzame pionierspost waar Angelsaksische monniken in primitieve leefomstandigheden werkten aan het behoud van het christendom. Gelet op de vroege periode en de verwoestende bezoekjes van de Vikingen, is het niet zo vreemd dat veel kunstschatten verloren gingen. Men heeft niet het flauwste idee hoeveel boeken er ooit zijn vervaardigd. Ook de ware toedracht valt niet te achterhalen. Naast de controverse tussen de Keltisch/Ierse en de Benedictijner monniken speelt nog een andere wedijver n.l. die van het auteurschap. Van het oudste complete Ierse boek dat bewaard gebleven is, het Book van Durrow, valt de herkomst niet overtuigend te bewijzen en dit geldt tevens voor het Book van Kells en de Lindisfarne Gospels. Ierland, Iona of Lindisfarne, alle opties blijven open. Hoe het ook zei. Het naar men aanneemt  door een man geschreven en verluchtte Lindisfarne Gospels is van een zeldzame schoonheid. Uit alles blijkt dat er kosten noch moeite zijn gespaard. Vermoedelijk is het boek vervaardigd tegen de achtergrond van een zich ontwikkelende Cuthbert-cultus. De codex komt in de diaporama op de onderzoektafel en wordt nauwkeurig bestudeerd. [Terug naar boven]

ZUID-ENGELAND
Zuid-Engels erfgoed (5 lessen)

Een ritueel landschap
De apostel van Engeland
De Angelsaksen
De Normandiërs
Gesculpteerde dorpskerkjes

Kent fungeert al van voor onze jaartelling als natuurlijke toegangspoort tot Engeland. Het indrukwekkende Stonehenge op de vlakte van Salisbury is een voorbeeld van een kruispunt van wegen. Als de Romeinen naar Engeland oversteken treffen ze een Keltische samenleving aan. Het Romeinse kuuroord Bath verrees op de oorspronke­lijk Keltische heilige bronnen. Na de Romeinen komen de Angel-Saksen. Nog steeds is een klein aantal kerkjes uit deze periode, soms op eenzame verlaten plaatsen, te bezichtigen. De wieg van het Angel-Saksische christendom staat in Canterbury. Het aartsbisdom is primaat van compleet Engeland. Als de Normandiërs van Willem de Veroveraar op hun beurt Engeland veroveren neemt de geschiedenis opnieuw een wending. De Normandische kathedralenbouw heeft bijzondere kerken voortgebracht. Wat de romaanse kunst betreft bezit Zuid-Engeland verschillende kleinschalige pittoreske kerkjes. Het kerkje te Kilpeck in Zuid-Wales valt eigenlijk buiten het bestek maar is als sculpturaal enigma een bezoek waard. Een willekeurige greep uit de plaatsen die in de cursus voorkomen: Malmesbury, Iffley, Bosham, Wells, Daglingworth, Quenington, Rochester, Shobdon, Glastonbury, Tewkesbury.

Een ritueel landschap
In de overgangsperiode tussen het Stenen- en het Bronzen Tijdperk verrezen op de vlakte van Salisbury heiligdommen waaronder Stonehenge. Engelsen spreken over een ritueel landschap. Het uitzonderlijke van Stonehenge is dat de stenen niet los in een cirkel zijn opgesteld maar dat ze op een geraffineerde wijze met elkaar zijn verbonden. Stonehenge heeft in de periode 5000-1100 vChr als heiligdom gefunctioneerd. We staan niet alleen voor de bijna onverklaarbare wijze van transport van megalieten met gewichten van 4 tot 50 ton, maar bovendien voor die van de bewerking. Er zijn bouwfases vastgesteld waarin de grond is bewerkt en waarin de stenen op hun plaats zijn gebracht. Hoe kregen de prehistorische bouwers de reusachtige stenen overeind en hoe bracht men de afdekstenen op z’n plaats vragen we ons af? Of Stonehenge als religieuze verzamelplaats voor mensen in de omtrek fungeerde blijft ook een vraag. De diaporama vervolgt met een bezoek aan de prehistorische heuvel van Old Sarum, thans een spookstad. De plaats is door mensen uit de IJzertijd en later door de Romeinen, de Angelsaksen en de Normandiërs als woonplaats in bezit genomen en verlaten. Tenslotte brengen we een bezoek aan kuurroord Bath. De historie gaat terug naar de Keltische Britons waarna Romeinen de technische inrichting verzorgden. [Terug naar boven] 

De apostel van Engeland
De 5e en 6e eeuw kunnen worden beschouwd als de donkere periode in de Engelse geschiedenis. Rome viel weg en veel zich onbeschermd wetende inwoners, de Britons, emigreerden naar het vaste land terwijl Germanen (Juten, Angelen en Saksen) naar het eiland overstaken. De achtergebleven bevolking was slachtoffer. Men zocht verwoed naar mogelijkheden om zich tegen binnenvallende Picten en Schotten te wapenen en besloot in arren moede de Angelsaksen te hulp te roepen. Dat een fiasco volgde lag in de lijn van de verwachtingen. Betaalde hulp liep uit op overmeestering en nieuwe overheersers. Er was behoefte aan een sterke samenbindende figuur. Koning Arthur diende zich aan. Waarheidsgetrouw of niet, de omstreden Arthur is boeiend genoeg om bij stil te staan. Van de vele locaties in Engeland die met hem in verband worden gebracht is Glastonbury prominent. In 597  bracht Augustinus het RK-geloof naar Engeland. Uitgezonden door paus Gregorius de Grote kreeg Augustinus onderdak aangeboden in Canterbury, de hoofdstad van Kent. De christelijke koningin Bertha, gehuwd met de destijds nog heidense koning Æthelberht, kerkte in een door haar gerestaureerd voormalig Romeins gebouwtje dat zij had opgedragen aan Sint-Maarten. Voor Augustinus en zijn metgezellen was de Sint-Maarten een voorlopig zendingskwartier. Æthelberht begreep dat de toekomst van zijn analfabetische volk, in handen van deze vreemd geklede mannen met hun eigenaardige spreekgewoonte lag. [Terug naar boven]

De Angelsaksen
In het Angelsaksische woord voor bouwen timbran klinkt het Engelse woord timmerhout door. Veel houten kerkjes zijn verloren gegaan en we hebben tegenwoordig niet het flauwste idee over het aantal ooit gebouwde Angelsaksische kerkjes. In Greensted is een dergelijke kerk bewaard gebleven. De enige in compleet Engeland. De naam Greensted veronderstelt een open plek in het groen: een groene stede. Oud Engels, de taal van de Angelsaksen, komt in veel opzichten overeen met onze taal. Nog vrijwel complete Angelsaksische kerken zijn op de vingers van twee handen te tellen. Het is een wonder dat de Sint-Laurentius te Bradford-on-Avon de tijd heeft getrotseerd. Het gebouwtje is een mix van bouwstijlen: die van Kent en Northumbrië lopen door elkaar. De lengte/breedte verhouding van 2:1 is Kents, maar de hoogte en de rechte afsluiting zijn Northumbrisch. Het aardige van de nog bestaande Angelsaksische kerkjes is, dat ze zo verschillend zijn. Kent en Northumbrië, de twee evangelisatiecentra, zetten de toon. Midden Engeland fungeerde in zekere zin als overgangsgebied. De kerk in Brixworth is daar een voorbeeld van. De Allerheiligen kerk te Brixworth is indrukwekkend qua afmetingen en uitvoering. Het kerkje te Bosham komt in het Tapijt van Bayeux voor. [Terug naar boven] 

De Normandiërs
Het verhaal van de Normandiërs is het verhaal van een doortastende bastaard, Willem van Normandië. Willem was de onwettige zoon van hertog Robert le Magnifique die naar het Heilige Land vertrok om niet meer terug te keren. De slag bij Hastings voltrok zich in werkelijkheid in Battle. Het klooster dat uit dankzegging door Willem werd gebouwd is nog aanwezig in de vorm van een ruïne. Eén van de oudste romaanse kathedralen is de kerk van Augustinus in Canterbury. De kerk verrees op de resten van een oorspronkelijk Angelsaksisch voorganger die op 6 december 1067 in de as was gelegd.  Willem de Veroveraar verzocht abt Lanfranc uit Caen in 1070 de aartsbisschoppelijke zetel te bekleden. Vrijwel meteen na zijn aankomst begon de ondernemende Lanfranc met de herbouw. Zeven jaar nadien was het karwei voltooid, naar voorbeeld van de Saint-Etienne in het Normandische Caen. In 1174, om precies te zijn op 5 september, vatte het koor vban de kathedraal vlam en brandde uit. De nieuwe bouwmeester Willem van Sens introduceerde de wijze van bouwen die destijds in Frankrijk furore maakte: de gotiek. Augustinus stichtte Canterbury in 597 en Justus volgde te Rochester in 604. In Rochester geen hektiek van drommen dagjesmensen maar rust. Ondanks het indrukwekkende uiterlijk blijft de kathedraal met haar voor Engelse begrippen bescheiden lengte van 93m, betrekkelijk klein in haar soort. [Terug naar boven]  

Gesculpteerde dorpskerkjes
Er is al veel gezegd over de impact van de Normandiërs op de Engelse samenleving. Van de kleinere parochiekerken zijn er voldoende overeind gebleven om een indruk te krijgen van de opzet. Wat de sculptuur betreft hebben de Normandiërs hoegenaamd geen invloed uitgeoefend. Toch zijn er in het Engelse land kerkjes met interessant beeldhouwwerk te vinden. We bezoeken achtereenvolgens Daglingworth. Quenington en Langford. Een gebied met een heuse beeldhouwschool is Herefordshire. De ontstaansperiode ligt in de eerste helft van de 12e eeuw tijdens de roerige machtswisseling tussen de Normandiërs en het huis Plantagenet. In de kroniek van Wigmore Abbey wordt beschreven dat ene Oliver de Merlimond omwille van zijn wijsheid, voorzichtigheid en stiptheid werd aangesteld tot rentmeester van de familie Mortimer. Als dank voor bewezen diensten mocht hij het gehucht Shobdon het zijne noemen. De kerk van Oliver de Merlimond was destijds wat decoratie betreft onvergelijkbaar met welke kerk in Engeland dan ook. Helaas is het kerkje geofferd aan een gril van de 18e eeuwse eigenaar. Valt de veelgeprezen beeldhouwkunst van de School van Herefordshire nog in volle luister te bewonderen? Ja. In het gehucht Kilpeck (150 inwoners) verbaast de in rode zandsteen uitgevoerde decoratie aan de Normandisch romaanse Maria en David parochiekerk, nog tot op de dag van vandaag. We gaan daar gedetailleerd op in.
 [Terug naar boven]

Oriënt (islam)
oriëntatie op de Oriënt (8 lessen)

verenigd onder Allah
de Omajjaden
de Abbasieden
Noord Afrika veroverd
Oostwaarts
de Osmanen
de Mogoels
Perzische illuminaties

Of we het op prijs stellen of niet, de wereld van de islam krijgt een toenemende impact op de westerse samenleving. In de overvloed aan persberichten en de bijna onontwarbare stroom aan meningen is het bijna ondoenlijk ons een beeld te vormen van een gedachtegoed waarmee we niet vertrouwd zijn. Onbekend maakt onbemind. In een beschrijving van de islamitische cultuur en de kunst zoals deze zich vanaf het begin hebben ontwikkeld, tracht de cursus “oriëntatie op de Oriënt” zonder enige politieke of religieuze stellingname de deelnemer een hand te reiken naar een begin van begrip. Cultuur tegen de historische achtergrond.

verenigd onder Allah
Het geloof dat zich aan God onderwerpt ontstond aan het eind van de 6e eeuw in de zandbak van Arabië. Mohammed overtuigde zijn stamgenoten het destijds heersende veelgodendom af te zweren en evenals joden en christenen een voorbeeld te nemen aan aartsvader Abraham. De islam is gefundeerd op vijf zuilen waaronder het gebod aalmoezen te geven. Vanwege de enorme expansie die de islam in korte tijd doormaakte kwamen tal van volkeren met eigen tradities tot elkaar in een nieuwe gemeenschappelijke identiteit. Het Woord van Allah is opgetekend in de Koran. Voor de moslim is het geschreven woord heilig. Neergeschreven in fraai schrift is de geschreven tekst de enige authentieke uiting van islamitische kunst. Na de verovering van het Heilige Land en Syrië betraden de Arabische nomaden een hen vreemde omgeving waar mensen niet in tenten maar in architectuur woonden. De bevolking (veelal christenen) werd te hulp geroepen om islamitische gebouwen te ontwerpen. In Jeruzalem is de Koepel van de Rots het oudste en wellicht fraaiste voorbeeld. [Terug naar boven]

de Omajjaden
Na het overlijden van Mohammed brak de onenigheid over diens opvolging vrijwel meteen uit. Drie hoofdstromingen, de soennieten, de sji’ieten en de charidsjieten   maakten zich los. Plaatsvervangers ofwel kaliefs namen de plaats van Mohammed in. Het overwonnen Syrië moest worden bestuurd en die taak werd in handen gelegd van een vooraanstaande Arabische familie: de Omajjaden. Na verloop van tijd trokken de Omajjaden de alleenheerschappij in de islamitische wereld naar zich toe. In Damascus namen de islamieten de Sint-Johanneskerk samen met de christenen in gebruik. De latere moskee is op dezelfde plaats gebouwd. Het was moslims verboden zich bezittingen toe te eigenen. De Omajjadische prinsen lieten kastelen en paleizen bouwen op de daartoe geïrrigeerde steppen. Na de ondergang van de Omajjaden in Syrië leefde de Spaanse tak voort in Cordoba. Het kalifaat van Cordoba vertegenwoordigde een nog nimmer in Europa vertoonde macht en statie. [Terug naar boven]

de Abbasieden
De geschiedenis van de islam toont een voortdurend terugkerend patroon. Nomadenstammen komen op, grijpen de macht en gaan weer ten onder. De eenmaal gevestigde macht trekt zich terug voor een bestaan in weelde, waarmee de grondgedachte van de islam wordt genegeerd. Het huis van de Abbasieden bracht gelijkheid onder alle moslims, ook de nieuwbekeerden. De dorst naar kennis vertaalde zich in een voorliefde voor het boek. Tijdens het bestuur van Haroen al-Rasjid werden de sprookjes van 1001-nacht populair. De Abbasieden verhuisden vanuit hun hoofdstad Bagdad naar de oever van de Tigris in Samarra waar tal van paleizen verrezen. De spiraalvormige minaret van de Grote Moskee staat nog altijd overeind als gedenkteken. De weelde aan de Abbasidische hoven was even spreekwoordelijk als onaantoonbaar. De verlaten, uit leem opgetrokken, gebouwen zijn letterlijk onder de zon gesmolten. Uit overgeleverde teksten blijkt de voorliefde voor Chinees porselein. Ook glaswerk was in trek. Onder de bewaard gebleven voorwerpen is de Marwan lampetkan. De kan werd gebruikt om water te schenken en bij het handenwassen tijdens de maaltijd. [Terug naar boven]  

Noord Afrika veroverd
Als generaal Amr ibn al-Abas na de verovering van Egypte in 642 een moskee sticht in Foestat grijpt hij terug op de eerste moskee die de islam kent: de woning van Mohammed. De ruimte werd opgetrokken met palmstammen en afgedekt met palmbladeren. Koptische christenen verwelkomden de Arabieren als bevrijders en het was een christelijke architect die nog in de 9e eeuw een moskee bouwde voor de gouverneur. In 670 zetten de Arabieren hun veroveringstocht in de Maghreb voort nadat het Tunesische Kairouan was bedwongen. In 705 stonden ze in het Marokkaanse Tanger. Reeds zes jaar later staken tot de islam bekeerde Berber-verkenners over naar Gibraltar. Tussen Marokko en al-Andalus zou een nauwe verwantschap ontstaan. In Spanje liep het Omajjadische bewind in 1065 af en regionale vorsten, de taifa’s, kregen het voor het zeggen. Een van de invloedrijkste taifa’s was die van Zaragoza. Het Aljaferia-paleis getuigt daarvan tot op de dag van vandaag. De taifavorst van Toledo verstrekte opdrachten aan de ivoorsnijders in Cuenca. In 1085 veroverde Alfonso VI Toledo en de moslims wendden zich om militaire steun tot de Berbers in Marokko waar de eerste niet Arabische dynastie zich aan het hoofd had gesteld van een islamitische natie: de Almoravieden. De sekte werd later afgelost door de Almohaden. In Marrakesj en Tinmal zijn restanten uit deze veelbewogen periode overgebleven. De meervoudig vervlochten hoefijzerbogen aan de minaret van Sevilla roept het beeld op van de oudere Koetoebia-minaret in Marrakesj. Een kip en ei vraag. Wie inspireerde wie? [Terug naar boven] 

Oostwaarts
Het zwaartepunt van de Omajjadische cultuur lag in Syrië en Palestina. De Abbasieden reikten weliswaar verder naar het Oosten maar daarvan zijn slechts enkele monumenten bewaard gebleven. Het bewind van de Abbasidische kaliefs  zou lang bestaan maar voornamelijk in naam. Aan het eind van de 9e eeuw bouwde een oud Perzisch geslacht dat namens de Abbasieden regeerde in Boekara een uitzonderlijk grafmonument. De oostelijke grenzen van het islamitische Rijk veranderden even vaak als zich nieuwe heersers aandienden. De Ghaznawieden-dynastie ontstond uit Turkse huursoldaten. Behaalde buit werd gebruikt om hoofdstad Ghazna te verfraaien. Architectuur, kalligrafie en siersmeedkunst namen een hoge vlucht. In 1090 beheersten de Turkse Seltsjoeken alle steden die het islamitische gezicht hadden bepaald: Mekka, Damascus en Bagdad. Onder sultan Malik Sjah I bereikte het Rijk haar hoogtepunt. In oasestad Isfahan werd de door de Abbasieden gebouwde moskee in ongekende decoratieve schoonheid opnieuw opgericht. Honingraatgewelven met zich vertakkende puntnissen gevat in een Perzische ogiefboog. De zogenoemde moekarnas zou uitgroeien tot een voor de islamitische bouwkunst kenmerkend element. Het op de architectuur aangebrachte keramiek tovert de Perzische moskeeën om tot kunstvoorwerpen op monumentale schaal. In 1071 leed het Byzantijnse leger in Manzikert een beslissende nederlaag tegen de Seltsjoeken. Het begin van de Turks-islamitische cultuur. Bij  moskeeën, madrasa’s en karavanserai’s kwam het accent te liggen op de gebeeldhouwde gedecoreerde gevels. Dzengis Khan maakte in 1220 een eind aan de op dat moment geldende verhoudingen en de Mongolen zwermden over Azië uit. In 1258 werd Bagdad verwoest en een eind gebracht aan het Abbasidische bewind. De verwoestende Mongoolse verovering liep uit op een ongekend culturele opbloei. [Terug naar boven]

de Osmanen
Na de nederlaag in 1243 tegen de Mongolen viel het Rijk van de Seltsjoeken in Klein Azië uiteen in een aantal vorstendommen. Osman I was emir van een piepklein emiraat grenzend aan de Zee van Marmara tegenover Constantinopel. De nakomelingen van Osman versloegen de Byzantijnen en stichtten het meest succesvolle islamitische Rijk ooit. De vroeg–Osmaanse moskee Ghazi Orhan In Bursa uit 1340 is volgens christelijke bouwprincipes gebouwd. Constantinopel werd Istanboel en het silhouet van de stad veranderde voor goed met de talrijke minaretten. De in Turkije gebouwde moskeeën worden tot de fraaiste gerekend in de islamitische wereld. Het prototype is de Byzantijnse Aya Sophia. De Osmaanse sultans wierpen zich op als mecenas. Gigantische complexen werden uit de grond gestampt. De Osmanen combineerden de religie van meet af aan met het sociale leven. Naast de moskeeschool was er plaats voor een gaarkeuken waar  brood werd uitgedeeld. De gelden om de exploitatie van de kostbare complexen te bekostigen werden opgebracht uit de inkomsten van badhuizen. De uit Anatolië afkomstige (christelijke) bouwmeester Sinan bracht de moskeebouw tot bloei. Hij heeft meer dan 500 bouwwerken op zijn naam. Zijn leven werd beheerst door de wens om de Aya Sophia te overtreffen. Hij is hierin gedeeltelijk geslaagd. Sinan zag kans de ultieme ruimte te scheppen. In een rondgang langs de belangrijkste keizerlijke moskeeën is dit zelfs met dia’s te ondervinden. Een Osmaans monument bij uitstek is het Topkapi-paleis. Eertijds verblijfplaats van sultans is het thans een museum waar de schatten staan uitgestald. Dat de sultans vervreemd raakten van de werkelijkheid wordt hier duidelijk. [Terug naar boven]

de Mogoels
Het tweede Rijk dat een enorme rol speelde in de islamitische wereld was dat van de Mogoels in India. Uit de naam valt af te leiden dat de Mogoels zich voorstonden op hun nakomelingschap van de ooit zo gevreesde Timoer Lenk. Het verhaal van het islamitische India is uitermate boeiend en divers. De moslims begrepen al snel dat men niet in staat was de complete bevolking te bereiken. Hindoeïstische vorsten liet men in waarde om zodoende een samenleving te creëren waar de islam heerste maar niet overheerste. We volgen de geschiedenis vanaf 711 toen de moslims zich vestigden op strategische plaatsen als havens en handelsroutes. Het gigantisch grote subcontinent was vele malen groter dan het huidige India. Pakistan maakte er onder meer deel van uit. We nemen via de geschiedenis een denkbeeldige aanloop naar het moment dat de Mogoels de touwtjes in handen kregen. De nadruk ligt op het mausoleum dat sjah Djahaan liet bouwen voor zijn overleden echtgenote: de Taj Mahal. Deskundigen spreken over het fraaiste gebouw ooit. Het gebouw ligt aan de Yamoena rivier. In de islamitische wereld staan water en tuinen symbool voor het paradijs. Water raakt aan het pure bestaan van de woestijnbewoner. De perfectie van de Taj Mahal is verbluffend als we bedenken dat de vier toegangsportalen slechts enkele centimeters in omvang van elkaar verschillen. Het inlegwerk aan exterieur en interieur, van het met witte tegels en marmer beklede bakstenen gebouw is spectaculair. Nauwkeurig gehakte vegetatieve elementen uit halfedelsteen zijn met de precisie van een goudsmid ingevoegd. Door de dag heen neemt de Taj Mahal tal van kleuren aan. [Terug naar boven]

Perzische illuminaties
In de islamitische wereld speelt een reserve voor het uitbeelden van menselijke figuren. Voor moskeeën geldt een strikt uitbeeldingverbod. Vaak wordt gedacht dat dit tevens betrekking heeft op afbeeldingen in boeken, de zogenoemde illuminaties. Welnu dit is niet het geval zolang het geen geestelijke geschriften betreft zoals de Koran. Korans werden wel versierd maar louter met geometrische patronen en bladwerk. In Perzië levende kunstenaars waren beducht na de verovering door de Arabieren de Perzische identiteit te verliezen. Dichters componeerden verzen waarin de roemrijke geschiedenis van het volk werd bezongen. Firdausi schreef over een periode van 35 jaar het “grote  boek” ofwel de Shahnama. 50.000 berijmde coupletten beginnend met de eerste Perzische koning tot aan de val van het Sasanieden Rijk. Aanvankelijk werden de verzen mondeling doorgegeven en na verloop van tijd werden deze in boekvorm vastgelegd en met illuminaties verlucht. De kunstenaars schiepen een eigen uitbeeldingwereld die weliswaar Arabische invloeden onderging maar tevens Chinese en Mongoolse. Hoofdstad Tabriz groeide, vanwege de vele contacten in de oosterse zowel als westerse wereld, uit tot een kosmopolitisch kunstenaarscentrum. Het waren juist de Mongolen die de kunst van het kalligraferen en illumineren een warm hart toedroegen. Het kwam voor dat de vorsten zelf de kunsten beoefenden. Aan de verschillende hoven ontstond een zekere competitie die vergelijkbaar is met de kunstzinnige strijd tussen de zoons van de Franse koning ten tijde van de duc de Berry (gebr Van Limburg). Men vermoedt dat de voormalige verderf zaaiende woestelingen een zekere legitimatie vonden voor hun wederrechtelijke verovering door zich met de Perzische geschiedenis te identificeren. Perzië werd van 1501-1732 geregeerd door de Safawieden. Een sji’itische soefi-orde die het land omvormde tot een theocratie, een door geestelijken bestuurde staat. Een situatie die ook heden ten dage bestaat. De Perzische illuminatiekunst fungeerde als bron voor de Osmanen en de Mogoels. [Terug naar boven] 

ROMA AETERNA
keizer en paus, kunst en politiek (vijf lessen)

Rome drukte in de 2700 jaar van haar bestaan onmiskenbaar een stempel op de wereld. De Romeinse heersers, om het even of ze zich keizers of pausen noemden, vertegenwoordigden een autoriteit die nauwelijks met woorden te beschrijven valt. Via opnames uit het huidige Rome roept de cursus niet alleen een beeld op van de vroegere Romeinse glorie maar tevens van de pracht waarmee kerken werden gebouwd. Een greep uit de talloze monumenten die op het scherm komen: Pantheon, Ara Pacis, de Boog van Constantijn, Santa Pudentiana, Santa Praxedes, San Clemente, Santi Quattro Coronati, Santa Constanza enz, enz. Het pausdom streefde vrijwel vanaf het begin machtsuitoefening na. In de cursus wordt duidelijk hoe de kunst werd aangewend om dit te bereiken.

de zeven heuvels
sleutelmacht
de gezusters Pudens
schenking van Constantijn
illusie als werkelijkheid

de zeven heuvels
De eerste les van deze cursus behandelt het tijdperk van het Romeinse Rijk. Restanten van de ooit glorierijke architectuur fungeren als gids bij deze verkenning. Slechts enkele monumenten zijn min of meer gespaard gebleven. Daar waar nodig is het beeldmateriaal aangevuld met verklarende tekeningen. Hoog te paard kijkt Marcus Aurelius op ons neer. Even terzijde, op de binnenplaats van een museum, staan we voor het kolossale hoofd met de indringende ogen van keizer Constantijn. We bezoeken Constantijns eerste kerk en maken studie van de triomfboog die de senaat voor hem liet oprichten. Direct naast deze Boog  torent het Colosseum. Het Vredesaltaar van keizer Augustus en het Pantheon komen gedetailleerd op het scherm. [Terug naar boven] 

sleutelmacht
Binnen 25 jaar na de dood van Christus deden vroegchristenen in Rome al van zich spreken. De Romeinse bevolking was niet ingenomen met de manier waarop. Vervolgingen waren het trieste resultaat. De slachtoffers, door christenen martelaars genoemd, werden bijgezet in de Romeinse catacombes. Ondanks het geweld groeide de Kerk tegen de verdrukking in. De bisschoppen van Rome joegen vanaf het einde van de 2e eeuw zeggenschap na over de christenen. Zich baserend op de sleutels van apostel Petrus, die in Rome de marteldood was gestorven, trachtte het pausdom moreel gezag om te zetten in materiële overheersing. De San Clemente-kerk toont de ontwikkeling van het christendom. Een senatoriaal huis fungeerde als mithras-tempel en werd nadien door christenen in gebruik genomen. [Terug naar boven] 

de gezusters Pudens
Christenen ontmoetten elkaar heimelijk in tituli: huizen van welgestelden. In een ervan werd de badruimte omgebouwd tot doopruimte. Tegenwoordig staat de titulus bekend als de Santa Pudentiana. Het koepelmozaïek is een der fraaiste in zijn soort. Naast de kleurenpracht (o.a. veel goud) is de stijl van belang. Een Kerk die in haar kunst voortborduurde op heidense keizerlijke kunst. De Santa Sabina op de Aventijn-heuvel is een volgende getuigenis van de ontwikkeling die de kerk doormaakte. De beeldtaal van de twee vrouwen achter de gevel heeft betrekking op de vroege joods/christelijke gemeenschap. In de Santa Praxedes (zuster van Pudentiana) is het mozaïek oogstrelend en veelbetekenend voor de periode die de Kerk doormaakte. Karel de Grote had zich opgeworpen als beschermer en een zelfverzekerde paus droeg dit uit. [Terug naar boven] 

schenking van Constantijn
De sculptuur op de vroegchristelijke sarcofagen beweegt zich op het snijvlak van heidense en christelijke kunst. In de antieke kunst geschoolde beeldhouwers gaven de vertrouwde beeldtaal een christelijke draai. In de San Paolo fuori le Mura (Sint Paulus buiten de muren) maken we kennis met de cosmaten: een groep marmerbewerkers. Het door hen uitgevoerde inlegwerk is van hoge kwaliteit. De aan de Sint Paulus verbonden kloosterhof ademt de zo bekende serene rust. In het nog oorspronkelijke mozaïek aan de huidige triomfboog van de Santa Maria Maggiore komt kerkpolitiek bovendrijven. Een bezoek aan de kerk van de Vier Heiligen met de legende van paus Silvester II, vertelt van een dankbare keizer Constantijn die de paus begunstigde. Deze kreeg de complete westerse wereld in de schoot geworpen. [Terug naar boven] 

illusie als werkelijkheid
In de San Gregorio op de Caelius-heuvel staat de marmeren zetel van paus Gregorius de Grote (540-604). De Santi Cosma e Damiano op het Romeinse Forum is een voorbeeld van een door christenen in gebruik genomen oud monument. Ook hier de ver- en bewondering van luisterrijk mozaïek. De Santa Maria in Cosmedin herinnert aan de vele  Byzantijnen die in Rome een veilige haven vonden. Tenslotte de Sint Pieter met de beschildering van het gewelf in de Sixtijnse kapel. Een meesterwerk van Michelangelo. Ondanks alle pracht en praal stond het pausdom voor een grote uitdaging. De bevolking van Europa kwam in opstand. De aflaathandel werd niet langer gedoogd en de reformatie diende zich aan. Het antwoord van Rome was onvermijdelijk en karakteristiek: overdondering. Jezuïeten namen  de twijfelende gelovigen mee op een hemelreis. Het gevecht om de mensenziel nam groteske vormen aan. [Terug naar boven]